WHOA schuldakkoorden in de praktijk: saneren van schulden bij een VOF

Tijdens de kennis sessie WHOA schuldakkoorden die voor een dertigtal advocaten en financiële deskundigen is gehouden door Johan Jol en Rob van den Stigtenhorst en Pieter Christiaan van Prooijen (Hermes Advisory). Gedurende deze sessie zijn verscheidene vragen naar voren gekomen. Deze vragen zijn gebundeld en worden in een tiental blogs beantwoord. Het onderwerp wat in deze blog centraal staat is het saneren van schulden bij een vennootschap onder firma (VOF).

Saneren van schulden bij een Vennootschap onder Firma met de WHOA om faillissement te voorkomen

Saneren van schulden bij een Vennootschap onder Firma met de WHOA

De Vennootschap onder Firma en de WHOA schuldakkoorden; een lastige combinatie

De WHOA (Wet Homologatie Onderhands Akkoord) is een krachtig instrument om ondernemingen met problematische schulden te herstructureren. In de praktijk zijn het vaak besloten vennootschappen die een WHOA-traject starten, maar ook andere rechtsvormen kunnen een WHOA-akkoord aanbieden. Een bijzondere categorie is die van de vennootschap onder firma (VOF). In dit blog bespreek ik hoe een WHOA-akkoord voor een VOF werkt en welke specifieke juridische en financiële aandachtspunten daarbij komen kijken, zoals de hoofdelijke aansprakelijkheid van vennoten en het effect op hun privévermogen.

De juridische context van de Vennootschap onder Firma en WHOA schuldakkoorden

Een uitspraak van de rechtbank Oost Brabant is al enige jaren oud maar voor de WHOA en de VOF wel relevant:

“Een vennootschap onder firma heeft geen rechtspersoonlijkheid. Zij is een bij overeenkomst aangegane rechtsverhouding strekkende tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam in een duurzaam samenwerkingsverband. Een overeenkomst met de vof moet dan ook worden aangemerkt als een overeenkomst ‘met de gezamenlijke vennoten in hun hoedanigheid van vennoten’ (HR 27 april 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV5569).

De vof heeft wel een (van de vermogens van de vennoten) afgescheiden vermogen. De schuldeisers van de vof hebben tegen ieder van de vennoten twee samenlopende vorderingsrechten: een vorderingsrecht tegen de gezamenlijke vennoten dat verhaalbaar is op het afgescheiden vermogen (het vof-vermogen) en daarnaast een vorderingsrecht tegen de vennoten persoonlijk.

Het akkoord dat hier ter homologatie voorligt is een overeenkomst tussen de gezamenlijke vennoten in hun hoedanigheid van vennoten en de schuldeisers van de VOF betreffende de herstructurering van de schulden van de VOF die vallen in het afgescheiden vermogen. Het akkoord wordt dus namens de VOF door de gezamenlijke vennoten (in hun hoedanigheid van vennoot) aangeboden.

Het aangeboden WHOA-akkoord heeft alleen betrekking op de schulden van de VOF. Na uitvoering van het akkoord wordt door de schuldeisers van de VOF finale kwijting verleend aan zowel de VOF (de gezamenlijke vennoten in hun hoedanigheid van vennoten) als de vennoten in privé. In het akkoord is een derdenbeding ex artikel 6:253 BW opgenomen ten behoeve van de vennoten in privé. Het is niet beoogd dat de vennoten in privé ook een akkoord aanbieden. (ECLI:NL:RBOBR:2022:5331)

WHOA bij een VOF: aparte structuur, aparte uitkeringstoets

De kern van een WHOA-akkoord is dat schuldeisers onder het akkoord een betere uitkering moeten krijgen dan in een faillissementsscenario. Deze ‘uitkeringstoets’ vereist bij een VOF extra aandacht. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een BV, waar alleen het vermogen van de vennootschap in beeld komt, moet bij een VOF rekening worden gehouden met:

– het afgescheiden VOF-vermogen, én
– het privévermogen van de vennoten, vanwege hun hoofdelijke aansprakelijkheid.

Bij de berekening van de uitkering bij faillissement moet dus niet alleen worden gekeken naar de opbrengst van activa van de VOF, maar ook naar het verwachte verhaal op de privévermogens van de vennoten. Een WHOA-akkoord bij een VOF zal alleen gehomologeerd worden als ook dat gecombineerde scenario wordt benaderd of overtroffen. Dit vergt een gedetailleerde analyse per schuldeiserklasse.

WHOA-traject zonder aandeelhoudersbijdrage: de ‘plus’ bij de VOF

Op het eerste gezicht lijkt de WHOA juist voor VOFs een mogelijkheid om de schulden te saneren en een faillissement te voorkomen. Immers het mogelijke akkoord voorkomt niet alleen het faillissement van de VOF, maar ook dat van de achterliggende vennoten. Toch blijkt de praktijk weerbarstig. Juist bij de VOF ligt er een belangrijke uitdaging op de loer. In veel WHOA-akkoorden wordt een kapitaalinjectie door de aandeelhouder verstrekt om het de financiering van het akkoordbedrag mogelijk te maken. Die extra betaling kan het verschil maken tussen een akkoord dat als redelijk wordt ervaren of wordt afgewezen.

Bij kapitaalvennootschappen (zoals een BV of NV) is dat relatief goed te organiseren. De aandeelhouders zijn beperkt aansprakelijk en hun vermogen maakt geen deel uit van het faillissementsscenario. Hun verse inbreng wordt zodoende gezien als een kapitaalinjectie om het akkoord mogelijk te maken.

Bij een VOF is dat wezenlijk anders. De vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk en hun privévermogen is al ‘aanwezig’ in het faillissementsscenario. Als zij een extra inbreng doen om een WHOA-akkoord te financieren, dan wordt dat terecht gezien als een herallocatie van reeds beschikbaar verhaalbaar vermogen. De financiering van het akkoordbedrag zal dus door een derde moeten worden gegeven.  Of de schuldeisers zullen akkoord moeten gaan dat het gehele akkoordbedrag op termijn zal worden voldaan.

Deze asymmetrie maakt het lastiger om een WHOA-akkoord bij een VOF te structureren, zeker wanneer er zwaarwegende schuldeisers zijn die het onderste uit de kan willen. De ruimte voor onderhandeling is kleiner, en het belang van een heldere juridische structuur en transparante financiële analyse des te groter.

Bij de cases die ons kantoor heeft behandeld was een derde investeerder bereid om een gedeelte van het akkoordbedrag te financieren dan wel werd de onderneming na het akkoord overgenomen.  De overnemende partij verstrekte een gedeelte van de financiering van het akkoordbedrag.

Conclusie: WHOA-akkoord bij een vennootschap onder firma vereist maatwerk

De WHOA biedt ook voor VOF’s de mogelijkheid om schulden te herstructureren. Dit kan zelfs zonder volledige instemming van alle schuldeisers. Maar de toepassing ervan vergt maatwerk. Juridisch vanwege het ontbreken van rechtspersoonlijkheid.  Financieel vanwege de dubbele verhaalstructuur op het afgescheiden vermogen en het privévermogen van de vennoten. Ook de financiering van een akkoord is complexer dan bij BV’s. In de praktijk is een goed onderbouwd vergelijk tussen het faillissementsscenario en het akkoord essentieel. De kapitaalinjectie van een derde (investeerder) is vaak noodzakelijk.

Saneren van schulden bij een Vennootschap onder Firma met de WHOA ?

Heb je te maken met een vennootschap onder firma in zwaar weer en wil je weten of een WHOA-akkoord uitkomst kan bieden? Of ben je schuldeiser en wil je je positie bepalen binnen een WHOA-traject voor een VOF? Neem gerust contact op of laat een reactie achter. Wil je meer lezen over WHOA-akkoorden? Bekijk dan ook mijn andere blogs over de WHOA in de praktijk.

Heeft jouw onderneming problematische schulden en wil je weten of de WHOA een oplossing is? Neem contact met ons op voor een vrijblijvende quickscan of volg mij via LinkedIn.